Voor de vuurdoop van onze custom made camperbus trekken we in 2021 drie weken van Noordoost naar Zuidwest Nederland. We eindigen in Zeeland voor een weekje persluchtduiken. In het eerste deel bleven we boven water, nu duiken we onder in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. Geniet mee van het prachtige onderwaterleven in het tweede deel van dit reisverslag.
Natte hobby
We voelen ons weer thuis op Schouwen-Duiveland, vanwaar we al jarenlang veel mooie duiken hebben gemaakt. Na een heerlijk dagje in het prachtige Zierikzee zijn we gesetteld op de boerencamping De Brashoeve in Kerkwerve. Met spoelplek voor de duikspullen en centraal gelegen voor zowel het Grevelingenmeer als de Oosterschelde. Voor het eerst gaan we nu duiken vanuit onze eigen duikbus, in samenspraak met ons gemaakt door C’est la Vie Campers – is het toeval dat zij ook in Zeeland gevestigd zijn? De garage is goed voorbereid op onze natte hobby. Er zit een verwijderbare kunststof bak in met opstaande randen, om het chassis te beschermen tegen zout water en zand. Langs de wanden zitten rails voor spanbanden om de boel vast te zetten.
Zie je daar wel wat?
Tijd voor Zeeland onder water! Meest gestelde vraag: “Zie je daar wel wat dan?” Jazeker! Het ritselt er van de krabbetjes, visjes, garnalen, gekleurde sponzen en wuivende wieren. Je kunt er niet, zoals in de tropen, tientallen meters ver kijken, maar op elke vierkante meter ontdek je van alles. Dieper dan een meter of acht gaan wij ook niet, daarna wordt het donker en neemt het leven af. Steek je je hoofd met duikbril onder water, dan maak je kennis met wonderschone organismen waarvan je het bestaan niet zou vermoeden als je over het wateroppervlak heen kijkt.
Kun je ook de eigenaar van die fossiele tanden op het strand tegenkomen: de haai? Ja, als je veel geluk hebt, kun je een hondshaai tegenkomen. Dat is een kleine, prachtig gevlekte haai, die meestal op de bodem leeft. Je komt hun eikapsels vaak op het strand tegen. Tijdens een duik in Frankrijk hebben we een keer een hondshaai gezien, een onvergetelijke ervaring. Maar ze zijn niet algemeen, ze leven vooral in open zee en heel soms komen ze in de Westerschelde voor. In de Oosterschelde maken we geen kans op een levende haai dus voor ons blijft het bij fossiele haaientanden.
Snorkelen in Zeeland
Een fotogenieke duikstek is het gemaal van Dreischor in het Grevelingenmeer. De betonnen pijlers zijn onder water een schitterende oase van plant- en dierenleven. Garnalen peddelen over en weer tussen de palen. Dit jaar zitten hier (en elders in de Grevelingen) opvallend veel bruine plooislakjes. Kleine naaktslakjes met een dieprode kleur.
Je hoeft niet per se te kunnen duiken om van het onderwaterleven in Zeeland te genieten. In Den Osse Haven aan het Grevelingenmeer blijft het langs de strekdam lang ondiep dus daar kun je ook mooi snorkelen. Tussen de stenen groeit veel wier en het zonlicht reikt tot de bodem, gemiddeld zo’n 1,5 meter diep. Je kunt er veel klein en groter leven vinden. Ook voor onderwaterfotografen een prachtige plek.
We duiken relaxed en ik maak met veel plezier foto’s. Zo duurt elke duik zeker een uur. In water van 18 graden Celsius koel je dan ondanks je 7 mm dikke neopreen duikpak best af. Eenmaal bij de camper stropen we het natte duikpak van ons af, spoelen ons met de buitendouche met warm zoet water af, en springen gehuld in een handdoek snel de camper in. Eerst de WC! En dan uit de wind lekker omkleden. Wat heerlijk dat dit kan. Daarna pakken we de duikspullen in en schuiven de kisten met vochtige inhoud in de garage. Het ontwerp werkt!
Onder water is het kraakhelder
Om te duiken in de Oosterschelde is het goed om rekening te houden met het getij. De meest geschikte tijd is de kentering, tussen eb en vloed in, wanneer het water zo rustig mogelijk is. De Zeelandbrug is een favoriete plek van veel duikers maar vaak is het zicht er minder. Dit keer zijn we overdonderd. Wat een kraakhelder water! Je kunt wel vijf meter ver kijken. Maar dat hoeft niet, want vlak voor je neus duiken vaak de leukste dieren op. Zoals een prachtig geel gekleurd harlekijnslakje van een centimeter groot.
Even verderop hangt een jong sepiaatje. Wat een feest. Fluorescerende strepen trekken over het lijf van het inktvisje, een paar van zijn tien armen strekt hij nieuwsgierig uit. Dan, in een flits, is hij meters verderop. Deze zeekat komt in het vroege voorjaar naar de Oosterschelde om te paren en eitjes af te zetten op speciaal daarvoor neergezette takkenconstructies. In april, als het water boven 13 graden uitkomt, begint het fenomeen en dan wemelt het water van de Oosterschelde van de duikers.
Blij zijn we met het spotten van een zeldzame Galatheakreeft. Met zijn platte vorm wringt hij zich makkelijk in spleten en holletjes maar hij is goed herkenbaar aan zijn felrode kleur.
Garnalen kauwen
De Muur bij Kerkweg in de Grevelingen is voor ons een nieuwe duikstek. Je moet even klauteren over een muurtje en een steil paadje af naar de waterkant, dat is misschien ook de reden waarom we hier weinig duikers tegenkomen. Zo lijkt het ook onder water: rustig en dicht begroeid. Het is een prachtige plek, waar talloze oesters bij elkaar een soort rif vormen. In de halfronde baai zakken we af naar de zandbodem. Daar stikt het van de vreemdsoortige slakjes met een doorschijnend witte schelp, die sporen achterlaten in het and. Naderhand vertelt de website van Stichting Anemoon dat het ‘Schepjes’ zijn. Langzaam stijgen we langs felgekleurde sponzen en doorzichtige zakpijpen omhoog. Een zeedonderpad kauwt op een garnaal. Met een grote lach op ons gezicht komen we boven.
Onze tiende en laatste duik van deze vakantie vieren we bij restaurant De Heerenkeet in Kerkwerve. Daar kauwen we zelf op een garnaal, heerlijke gerookte vis (ASC-gekeurd) en een echt Zeeuws bolusijsje toe.
Dan hebben we na 1978 kilometers in 22 dagen Nederland letterlijk doorkruist. Een prachtige tocht!