Twee mensen in het gangpad van de supermarkt kijken elkaar aan. Om de hoek verschijnt een stukje van een winkelwagen, dat schielijk weer teruggetrokken wordt. “Sorry”, zegt de chauffeur van het wagentje met een verontschuldigende glimlach, “ik wil daarheen.” De lange vrouw in het winkelpad waar zij heen wil, zegt op luide toon: “Doe nou maar gewoon, dan gaat het allemaal goed”. Vanuit mijn eigen pad doe ik snel een stapje terug om de ruimte groot genoeg te maken als ze langs beent. Nadat de andere vrouw en ik elkaar een paar seconden hebben aangekeken, een snelle wij-doen-wel-voorzichtig-blik wisselend, draaien we ons hoofd weer naar ons karretje. Ik ren verder door het winkelpad. 

Hert met gewei kijkt in camera

Twee hertjes aan de rand van het meertje draaien hun kop 180 graden. Hun staartje zwiept over hun witte achterwerk. Nadat we elkaar een paar seconden hebben aangekeken, draaien ze hun kop weer terug om verder te grazen. Ik ren verder over het pad. 

Supermarktjungle

Als je de krant leest, als je televisie kijkt, als je radio luistert – Corona is een onzichtbare vijand die je vreselijk ziek kan maken. Het voelt alsof er een onontkoombare dreiging over alles heen hangt. Toch is thuis, voor mij althans, gelukkig, een veilig oord en als ik de TV uitzet, is Corona ver weg. Maar ik voel de Coronadreiging aan den lijve als ik me in de anderhalvemetermaatschappij moet storten. Ook al neem ik me steeds voor om relaxed de supermarktjungle in te gaan, bij de groente gaat het al mis. Mijn ademhaling versnelt en mijn hartslag gaat omhoog. In een cocon van ergernis ben ik op expeditie, met voelsprieten bedacht op gevaar om elke hoek. Je zou er haast mensenschuw van worden, met je smetvrees.

Boom met uitzicht over de duinen

De weg naar het strand is vanwege de Coronamaatregelen afgesloten. Noodgedwongen hebben we onze bootcamptraining verplaatst naar het duin. Terwijl mijn ademhaling versnelt en mijn hartslag omhoog gaat, geniet ik van het afwisselende landschap. De weinige wandelaars gaan rustig achter elkaar lopen, een vriendelijke groet terwijl ik hen in de berm aan de overkant passeer.

Ruggelings tussen de koekjes

Corona, we doen het samen, toch merk ik soms een subtiel verschil. Alsof er een nieuwe tweedeling ontstaat, tussen wat ik maar de rekkelijken en de preciezen noem. De rekkelijken blijven gewoon naast elkaar fietsen bij tegenliggers, terwijl de preciezen halsbrekende capriolen uithalen om snel achter elkaar te gaan fietsen. “Anderhalve meter!” roep ik in mijn hoofd, nooit hardop. In de supermarkt werp ik me ruggelings in het schap met koekjes bij een naderend karretje, maar een rekkelijke verroert geen vin om mij met mijn karretje langs te laten rennen terwijl ik mijn adem inhoud. Sterker nog, ik voel een zekere minachting voor mij, die zich laat kleineren. De rekkelijken zijn stoer en sterk en laten zich niet door zo’n virusje of het RIVM de les lezen. Als precieze maak ik vele meters extra door steeds een leeg pad te kiezen en voor de derde keer langs het zuivelschap te gaan waar nog steeds de vakkenvulheld bezig is. Het voelt als een bootcamp.

Puttertje in meidoorn in het duin

Over deinende duinen ren ik, langs verstopte vogels, hun lied zingt met me mee. Mijn armen reiken omhoog naar de hemel tussen moeiteloos waaiende boomtakken. In een duinpan vermengen zich mijn hand- en voetsporen met de pootafdrukken van onzichtbare voorgangers in het zand. 

Veranderen

Maar dan realiseer ik me iets. Het helpt me niet om zo te focussen op andere mensen. Wat levert het me op om me te ergeren? Ik word er geen aardiger mens van. En zelfs al zou je het proberen, je kunt andere mensen niet veranderen. Het enige wat je kunt veranderen, is je eigen instelling. 

Ik heb eens opgezocht hoe het ook alweer zat met de rekkelijken en de preciezen. Dat waren twee stromingen in de Gereformeerde kerk tijdens de godsdiensttwisten in de 17e en 18e eeuw. De rekkelijken pleitten voor een tolerante houding van de kerk tegenover andersdenkenden. Zij waren het niet eens met de preciezen die geloofden in voorbestemming, het idee dat het leven al bij je geboorte vastligt. De rekkelijken zagen een grotere rol voor de vrije wil. Wat grappig! Ik voel me het meest verwant aan de rekkelijken. Het feit dat ik een allergie heb voor de rekkelijken van nu, de mensen die het niet zo nauw met de regels nemen, betekent dat ik wat van ze kan leren.

Leven in het nu

Het leven werpt je de meest onvermoede obstakels toe. Je hebt geluk of pech. Seneca schreef het al: “Elke dag en elk uur openbaart ons dat we niets voorstellen.” Hij vond dat het geen zin heeft om plannen te maken, maar dat we het beste kunnen leven volgens de wetten van de natuur. Van nature ben ik een slechte planner. Leven in het nu, genieten van de dag, en maar zien wat er morgen langs komt, dat kan ik best aardig. Ik weet het, het is geen handige eigenschap als je moet werken in deze maatschappij waarin je moet coordineren, managen, proactief zijn. Maar het is wel een gezonde instelling waarmee mindfulcoaches en yogadocenten gestresste mensen willen leren ontspannen. De Indiase filosoof Krishnamurti zei het zo: “Angst ontstaat als het denken terugblikt op dingen die in het verleden gebeurd zijn of vooruitloopt op dingen die in de toekomst kunnen gebeuren.” Is dat eigenlijk niet ook een beetje ‘precies’? Zo’n instelling gaat ervan uit dat je niet veel invloed hebt op wat de natuur je voorschotelt. Niet zozeer individuele voorbestemming, maar wel een soort fatalisme. Hmmm… stof tot nadenken.

Feit is: Corona is een truc van de natuur waar de hele wereld last van heeft en we hebben ermee te dealen. Het helpt dat er duidelijke richtlijnen zijn die je kunt volgen. En ja, dat doen we allemaal op onze eigen manier. 

Twee bomen in het duin

Als ik weer opkrabbel na de zware buikspieroefeningen, zie ik een gewei boven de duinrand uitsteken. Door Corona verbannen van het strand, heb ik vlak om de hoek een nieuw paradijsje ontdekt.