In aanloop naar het 40-jarig jubileum van de WPZ op 17 april 2022 schrijven we een jaar lang met een klein team aan de online #onthisday campagne. Elke dag presenteren we paleontologische primeurs, personalia en pretweetjes uit het verleden op Facebook, Instagram en Twitter. Dit is er een van: halsrib bij mammoeten duidt op ziekte.

Opmerkelijk

#onthisday (25 maart) in 2014 onthulde een publicatie in PeerJ dat mammoeten in het Laat Pleistoceen zeer kwetsbaar waren voor ziekte. Hoe weten onderzoekers Jelle Reumer, Frietson Galis en Clara ten Broek dat? Dat is opmerkelijk: het bewijs daarvoor leveren de halswervels.

Halsrib

Verreweg de meeste zoogdieren hebben 7 halswervels. Zoogdieren met een abnormaal aantal halswervels lopen meer risico op aangeboren afwijkingen. Een halsrib is een extra rib die groeit uit de zevende halswervel. Bij 3 van de 9 (33%) onderzochte fossiele mammoetwervels (gevonden op de Tweede Maasvlakte) vonden de onderzoekers bewijs voor de aanwezigheid van een halsrib. Daarentegen had slechts 1 van de 29 onderzochte wervels van huidige olifanten een kleine aanzet tot een halsrib (3,6%). Tien keer zoveel halsribben bij mammoeten als bij olifanten dus.

Drie mammoetwervels en een olifantswervel met halsrib aanzet
Drie mammoetwervels (A, B en C) en een olifantswervel (D) met een pijl bij de aanzet tot een halsrib. Bron: PeerJ DOI: 10.7717/peerj.318/fig-1

De halsrib zelf veroorzaakt over het algemeen niet veel problemen. Zijn aanwezigheid duidt wel op een ernstige verstoring van de groei van het embryo tijdens de vroege zwangerschap. Die kan een genetische oorzaak hebben, of liggen aan slechte leefomstandigheden.

Patiënt mammoet

Voor patiënt mammoet denken de onderzoekers dat een combinatie van beide aan de hand was. In de slinkende mammoetpopulaties kwam waarschijnlijk inteelt voor, wat voor genetische afwijkingen en ziekte zorgt. Tegelijkertijd leden zwangere mammoetvrouwtjes onder de slechte omstandigheden in het Laat Pleistoceen, toen uitsterven al op de loer lag. De halsrib duidt op een grote kwetsbaarheid voor ziekte die de mammoeten net over het randje van de afgrond kan hebben geduwd.