Wat zette Charles Darwin op het spoor van de evolutietheorie? Dat waren niet alleen de beroemde vinken die hij zag tijdens zijn drie weken op de Galapagoseilanden, maar vooral de vele fossielen die hij in de drie jaar daarvoor in Zuid-Amerika vond. Dit betoogde professor Adrian Lister tijdens het symposium ‘Ice Age Cemeteries’, georganiseerd door de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren (WPZ) in Maastricht. Lister is onderzoeksleider op de afdeling ‘Earth Sciences’ van het Natural History Museum (NHM) in Londen. Hij doet onderzoek naar de fossielen die Darwin verzamelde en deed zo een verbazingwekkende ontdekking.

Begin van evolutietheorie

Charles Darwin

Van 1831 tot 1836 reisde Charles Darwin mee op het schip de Beagle, dat tot taak had de kust van het Amerikaanse continent in kaart te brengen. Darwin was vooral geïnteresseerd in geologie en gesteenten en ging geregeld aan wal. Zo vond hij in Zuid-Amerika veel fossielen. Een daarvan was een schild van een uitgestorven Glyptodon. Darwin was verbaasd, zo maakt Lister op uit de dagboekaantekeningen. Dat schild leek enorm op dat van de levende gordeldieren die Darwin om zich heen zag, maar toch duidelijk anders. Soorten waren misschien niet zo onveranderlijk als destijds gedacht. Het waren bovendien dieren die typisch waren voor Zuid-Amerika, en niet bijvoorbeeld kangoeroes die in Australië voorkomen. Waren de uitgestorven dieren op de een of andere manier verwant aan de huidige soorten? ging Darwin zich afvragen. Zo’n besef was destijds niet vanzelfsprekend, benadrukt Lister. Wij bekijken de wereld nu door Darwins ogen, maar toen was de heersende gedachte dat God de soorten had geschapen en dat ze onveranderlijk waren. 

Reuzengrondluiaard op de post

Darwin verzamelde alles wat hij tegenkwam op zijn reis met de Beagle, van insecten tot planten, vogels tot fossielen. Dat kon hij niet allemaal meenemen in zijn kleine hut op de boot, dus tussentijds verzond hij zijn collecties naar Londen, naar het Royal College of Surgeons. Daar ontving Richard Owen ze, de latere directeur van het Natural History Museum. Owen was erg goed in anatomie en het determineren van soorten. 

Toen Darwin in 1832 bij het Argentijnse Punta Alta in een rotswand ging graven, vond hij verschillende fossiele botten. Die vondst had een enorme impact op hem, vertelt Lister. Vooral een enorm stuk schedel dat uit de rots stak. Het kostte hem drie uur om het uit te graven.

Samen met andere vondsten ging ook dit flinke fossiel op de post naar Londen. Owen wilde de aanhechting van de kiezen zien om de soort goed te kunnen determineren, maar dat was in dit stuk steen niet mogelijk. Daarom, meldt Lister, doorkliefde hij het object met een zwaard. Er gaat een hoorbare rilling door de zaal vol paleontologen bij die mededeling. Toen het in twee helften uit elkaar lag, kon Owen inderdaad de kaak en kiezen beter zien. Hij determineerde het dier als Megatherium, destijds de enige bekende uitgestorven reuzengrondluiaard. 

Skelet van Megatherium, de reuzengrondluiaard
Skelet van Megatherium, de reuzengrondluiaard

Een skelet van Megatherium werd al tentoongesteld in Londen; het was het allereerste fossiel waarvan een driedimensionaal skelet was gemaakt. Maar de achterkant van de schedel was nou net het stuk dat nog niet bekend was. En dat bleek Darwin te hebben gevonden. In Londen was men dus erg enthousiast over deze vondst. “Your name was in every mouth”, schreef een vriend hem trots. 

Fossielen kwijt

Al die fossielen die Darwin naar Londen had verstuurd, zouden uiteindelijk in de collectie van het NHM moeten zijn beland. De ene helft van die schedel is ook nog steeds in bezit van het NHM, maar het andere stuk is ‘kwijt’, net als verschillende andere fossielen. De zoektocht van Lister naar de ontbrekende objecten bracht hem bij Down House, het voormalig woonhuis van Darwin, nu een museum. De curator daar had wat fossielen op een bureau gelegd. Lister kwam de kamer binnen en: “I nearly fell over.” Daar lag de andere helft van de Megatheriumschedel. Na 180 jaar konden ze eindelijk de stukken herenigen. In dit filmpje zie je hoe beide stukken aan elkaar passen. 

https://skfb.ly/6DoqX

Eerste stamboom

Darwins eerste schets van een stamboom met de tekst I Think
Darwins beroemde eerste schets van een stamboom met de woorden ‘I think’

Megatherium is volgens Lister ook belangrijk puzzelstuk in het denkproces van Darwin. Bij zijn wereldberoemde schets uit 1837 van een rudimentaire stamboom met de woorden “I Think” ernaast (pag. 36) staan verder geen specifieke soorten vermeld. Toch denkt Lister dat Darwin het hier heeft over de Zuidamerikaanse fossielen. Want een paar bladzijdes eerder (pag. 20) schrijft hij: “We may look at Megatheria, armadillos and sloths as all offsprings of some still older type.” En even verderop (pag. 54): “Now according to my view, in S. America parent of all armadilloes might be brother to Megatherium — uncle now dead.” Hij speculeert hier niet alleen over de veranderlijkheid van soorten, maar ook over een gezamenlijke stamouder. Zo legt Darwin de puzzelstukjes voor zijn evolutietheorie, een mooie parallel met de puzzel van de Megatherium schedel. Ja, wel wat makkelijk, maar ik vind hem toch leuk.